• LIST
  • ISO
  • SCROLL

Delmulle Delmulle ARCHITECTEN

Woning DC

1990

Private

Deze grote woning bestaat uit twee volumes die in ingraving van 1 m gesitueerd zijn; de top van de heuvel is gemanipuleerd tot een horizontaal bovenplateau. Het ene volume dat zich op dit vlak bevindt wordt beschermd door een reusachtige dakplaat ondersteund door stalen kolommen. De dakplaat is bekleed in aluminium (cfr. de Belgische lucht) en zweeft. Het dak verdwijnt in de lucht = niets.

Onder dit dak bevindt zich de woonruimte die bestaat uit één grote ruimte, noord - zuid georiënteerd. In deze ruimte situeert zich het blauwe inkomvolume, overgang en filter tussen publieke ruimte - de oprijlaan in blauw asfalt - en private ruimte - het zwembad. Deze relatie wordt benadrukt door een lijn met grondinbouwarmaturen die via de oprit door het inkomvolume en door het zwembad verdwijnt in de tuin. Blauw als kleur die tegelijk warm en koud kan zijn. " Alleen melk is warm of koud " beweert Mies.
De inkomstrook is 2.10 m laag en creëert een spanning met de 5.00 m hoge woonruimte. cfr. Venetië, spanning tussen stegen en pleinen.

Het andere, staafvormige volume met exact dezelfde oppervlakte en tegengestelde verhoudingen, bevat de slaapkamers en is oost - west georiënteerd. Dit slaapgedeelte rangschikt verschillende kleine kamers tot een lineair element. Dit element ontspringt uit de natuur en gaat over in techniek. Een zwaar groen volume, verankerd met de grond, groen, de kleur van de meersen aldaar. Op de begane grond bevinden zich de service ruimten.

Door zijn inplanting worden binnentuin en openbare weg van elkaar afgeschermd. Om tot schoonheid te komen moet risico genomen worden. Het slaapvolume gaat over van een strook verankerd met de grond, via een brugconstructie in een constructie met de meeste techniciteit. Een overkraging van 5 m geeft die subtiele verbinding van horen bij het privé " achter de muur " en toch horend bij de gemeenschap " vóór de muur ".  De plaat en de staaf worden verbonden en tevens gescheiden door een verticale transportstrook, overgangszone tussen dag en nacht, met trap en hellingsbaan voor snelle en trage verticale circulatie. Een kloosterrondgang.

In het interieur zijn de semi-publieke ruimten in aluminium gedacht - vloeren in traanplaat en wanden in trekaluminium – in contrast met de intieme ruimten in hout - vloeren in notelaar parket en wanden en kasten in notelaar wortel.  Zon en schaduw ; licht en donker ; boven en onder ; rumoer en rust ; glamour en alledaagsheid ; finesse en brutaliteit ; theoretisch en praktisch ; introvert en extravert ; inwendig en uitwendig ; spel en ernst ; publiek en privé ; vakantie en werk ; universeel en specifiek ; beheersing en losbandigheid ; echt en vals ; tijdelijk en tijdloos samengevat tot een organische eenheid.

A large house, consisting of two volumes recessed approximately one meter below the level of the surrounding terrain; the slope was adjusted in order to create a level plane. One volume situated on this surface is protected by a giant roof plate resting on steel pillars. The roof plate is clad with aluminum (comparable to the Belgian sky) and “floats” above the structure. The roof is lost in the air – it gives the impression of disappearing.

Beneath the roof is the living area consisting of one large space. The building is oriented in a North- South direction.
A blue entrance volume is situated in this space, a transition and a filter between the exterior, public space – the driveway in blue asphalt – and the private space – the swimming pool. This relationship is emphasized by a  strip of lighting fixtures built into the floor which cross the access driveway through the entrance volume and the pool and afterwards disappear in the garden. Blue color may be warm and cold at the same time. “Only milk is warm or cold ” claims Mies van der Rohe.
The entrance strip is 2.10 m high and creates a tension with the 5.00m high living space. (comparable to Venice, the tension between the narrow streets and the plazas).

The second volume, in the shape of a long block, with an identical built up area and the opposite proportions, contains the bedrooms. These are several different, small rooms oriented East – West.

The  volume has its origins  in nature and is transposed into technology. A heavy green volume is recessed into the landscape, green is the color of the surrounding unfolding fields. The sharp volume becomes diffused in nature – it disappears.

The service spaces are located on the volume’s ground floor. It separates the public road from the interior garden. In order to achieve beauty, one must take risks. The volume housing the bedrooms passes from a volume anchored in the ground through  a bridge construction to a highly technical one. A 5m corbel provides a subtle connection of the feeling of belonging to the private ” behind the wall” feeling but also a connection to the community “in front of the wall “. The cube and the block are connected as well as separated by the vertical core strip, the transitional zone between day and night, with the staircase and the sloped incline for a rapid as well as slow vertical circulation. It is like the circular corridor in a cloister.

In the interior, the semi-public spaces are made of aluminum – the floors have sheet metal and the walls are made of drawn aluminum, while the private spaces are made of wood – the floors have walnut parquets and the walls and cupboards are made of walnut root wood.
Sun and shadow; light and dark; above and below; noise and quiet; glamour and triviality; subtlety and brutality; theoretical and practical; introvert and extrovert; internal and external; game and seriousness; public and private; vacation and work; universal and specific; control and lawlessness; real and fake; temporal and timeless merged into organic unity.

CREDITS

Status : 1990-1993
Team: Frank Delmulle
Klant: Privaat
Landschapsontwerp: Denis Dujardin
Fotografie: Bart Vanleuven - Verne

PUBLICATIES

De Architect, 1991: ‘Pure architectonische improvisaties van Frank Delmulle’ / Bouwen met baksteen, 1993: 'baksteenprijs voor architektuur 1993'De Standaard, 1993: 'Een huis vergroeid met het landschap' / Eigen Huis & Interieur, 1994: 'Gróót, maar binnen de menselijke maat' / Weekend Knack, 1994: 'Tussen landhuis en luchthaven' / Elle Wonen, 1995 : 'Respect voor ruimte' / Hedendaagse architectuur in België 1995 / Feature in film 'Alles moet weg' van Jan Verheyen 1996 / Riant Wonen, 1997: 'Genesteld in het landschap' / De morgen, 1997: 'Een beetje Americana op Belgische grond' / Goed wonen, 1999: 'Van het rationele tot het emotionele'

Tegenstelling in hoog en laag, licht en donker en open en gesloten zorgen voor onverwachte doorkijkjes.
Het transparante woonvolume en het gesloten slaapvolume worden verbonden en tevens gescheiden door een verticale circulatiehal, een overgangszone tussen dag en nacht, met trap en hellingsbaan voor snelle en trage verticale circulatie.
Middenin een hal bevindt zich een met kruk geïsoleerd houten televisiehuisje: een echte cocon gebouwd van Italiaans notenhout.
In de enorme tuin rond de woning creëerde tuinarchitect Denis Dujardin wisselende sferen en verschillende minibiotopen.
Status : 1990-1993 / Team: Frank Delmulle / Klant: Privaat / Fotografie: Bart Vanleuven - Verne

Woning DC

Heading

click to twist